Het in 2018 gepubliceerde rapport “Diet, Nutrition, Physical Activity and Cancer: a Global Perspective” van het Wereld Kanker Onderzoek stelt dat er sterk bewijs is dat het drinken van koffie helpt tegen sommige vormen van kanker zoals leverkanker en baarmoederkanker. Voor het Kenniscentrum Koffie en Gezondheid een goede reden om een afspraak te maken met Ellen Kampman, leerstoelhouder Voeding en Ziekte aan de Wageningen Universiteit (WUR). We spraken haar op een zomerse dag in Wageningen over onderzoek en koffie, recente ontwikkelingen en uitdagingen, maar ook waarom zij dit werk doet.
KAN JE IETS OVER JEZELF VERTELLEN, IETS PERSOONLIJKS?
“Nou, af en toe voel ik me echt een miep uit de provincie. Na mijn studie heb ik veel in het buitenland gewerkt waaronder Amerika en Griekenland. Na al die avonturen in verre landen vind ik de landelijkheid van Wageningen prachtig. Ik ga lopend naar mijn werk bij de WUR en dat vind ik heerlijk!”
“Na mijn studie Voeding en Gezondheid in Wageningen heb ik een aantal jaren bij TNO aan mijn promotie onderzoek naar zuivel en darmkanker gewerkt en woonde ik in Utrecht. In die tijd deed ik ook onderzoek bij de Harvard School in Public Health en ben ik gepromoveerd in Maastricht. Daarna ben ik, samen met mijn man, voor drie jaar naar de Verenigde Staten vertrokken. Met een beurs van de Nederlandse Kankerbestrijding KWF kon ik bij het Fred Hutchinson Cancer Research Center in Seattle verder in het kankeronderzoek. En daarna weer terug naar Wageningen. We konden kiezen Nijmegen of Wageningen. En toen dacht ik: ja Wageningen. Lekker.”
Fotograaf: Toonchi
WAAROM BEN JE VOEDING EN GEZONDHEID GAAN STUDEREN?
“Omdat ik een vriendin had die zulke leuke practica deed. Ik ben naar Wageningen gekomen om plantenveredeling te gaan studeren maar dat vond ik reuze saai. Ik had me er iets heel anders bij voorgesteld. Die vriendin deed allerlei onderwaterwegingen om je vetgehalte vast te stellen en metingen wat je eet. Ik dacht dat is veel leuker en daarom ben ik overgestapt naar voeding. Niet een erg goed doordachte keuze dus, maar wel een waar ik nu geen spijt van heb.”
“Tijdens deze studie heb ik gekozen voor de richting ‘Niet Westerse Voeding’. Graag wilde ik reizen, en dan met name naar de tropen. Omdat ik astma bleek te hebben kon dit helaas niet. Dan moet je medicijnen meenemen en dat kon allemaal niet. Ik ben op aanraden van professor Clive West, een van de zeer gedreven onderzoekers destijds bij Humane Voeding, maagkankeronderzoek gaan doen in Griekenland. Dat was nog een beetje zuidelijk. Dat kankeronderzoek greep mij toen zo aan, dat ik dacht: dat is het. Hier wil ik mij verder in ontwikkelen.
Nu ben ik leerstoelhouder van leerstoel Voeding en Ziekte. We doen zeker niet alleen onderzoek naar kanker, maar ook naar hart- en vaatziekten, diabetes, chronische darmziekten en obesitas”.
WAAROM BEN JE GESPECIALISEERD IN KANKER?
“Het blijkt dat we 30 tot 40% van de meest frequente kankersoorten kunnen voorkomen als we gezond eten en meer bewegen. Dan heb je het over zo’n 30 duizend mensen per jaar van de 100 duizend mensen die kanker krijgen. Ik wilde weten hoe dat werkt. Inmiddels werk ik 30 jaar aan onderzoek naar voeding en kanker. En in die 30 jaar hebben we ongelofelijk veel geleerd.”
“Daarnaast heeft een persoonlijk verhaal meegespeeld. Mijn schoonzus, die toen net zo oud was als ik, kreeg borstkanker op 35 jarige leeftijd. En die vroeg aan mij: en nu? Wat moet ik nu eten? Wat is gezond voor mij? Dat wist ik eigenlijk niet. Ik dacht dat ik het niet wist omdat ik me er nooit in gespecialiseerd had. Omdat de vraag mij intrigeerde ben ik hier dingen over gaan opzoeken. Toen bleek dat er helemaal geen richtlijnen zijn voor gezonde voeding bij kanker. Er was nog nauwelijks onderzoek naar gedaan. Dat beginnen we nu langzaam in te halen.”
“Wat bijvoorbeeld blijkt als je kanker krijgt, is dat de vetverdeling in het lichaam anders wordt. Mijn schoonzus kwam bijvoorbeeld heel veel aan tijdens de chemotherapie. Ik had juist verwacht dat ze zou afvallen. Ze bewoog ook heel weinig en ging anders eten. Ze had opeens heel andere voorkeuren en ervaarde geur- en smaakveranderingen. Toen heb ik bedacht: daar wil ik verder in. En met mij zijn vele anderen nu bezig met de rol die voeding en andere leefstijlfactoren kunnen spelen bij de behandeling van en het herstel na ziekte. In onze regio doen we dat samen met artsen, diëtisten, fysiotherapeuten en verpleegkundigen in regionale ziekenhuizen binnen de ‘Alliantie Voeding in de Zorg’.”
NU DAN DE STAP NAAR KOFFIE. DRINK JE ZELF KOFFIE?
“Ja, vrij veel. Ik denk dat ik wel over de vijf kopen per dag zit”.
WAT VOOR KOFFIE DRINK JE DAN?
“Zwart. Aan het eind van de dag neem ik soms een cappuccino”.
LAATST WAS ER OPHEF IN CALIFORNIË OVER KANKERVERWEKKENDE STOFFEN IN KOFFIE. WAT VIND JE HIERVAN?
“Met verbazing heb ik gekeken naar de ophef over acrylamide in koffie. Ik begrijp niet waar dit vandaan kwam. Het is zonde omdat we juist in kankeronderzoek zien dat koffie een gunstige werking heeft. Het beschermt tegen leverkanker, het lijkt het risico op baarmoederkanker en wellicht ook darmkanker te verlagen. En dan komt er weer zoiets en dan denk ik: al die ophef om niks.”
WORDT ER EIGENLIJK VEEL ONDERZOEK GEDAAN NAAR KOFFIE EN KANKER IN NEDERLAND OF IN DE WERELD?
“Naar mijn idee wordt er te weinig onderzoek gedaan naar koffie en kanker. Er zijn een aantal groepen zoals bijvoorbeeld het International Agency for Research on Cancer (IARC), dat is een WHO instituut in Lyon. Zij hebben een Europese prospectieve studie naar voeding en kanker gedaan waar 500 duizend Europeanen uit tien verschillende landen aan meedoen. Uit dit onderzoek blijken ook gunstige effecten van koffie.”
“Dit is allemaal observationeel onderzoek. Dan neem je mee dat het onderzoek vertekend kan zijn door andere factoren die met koffiedrinken samenhangen. Vroeger was het zo dat koffiedrinkers ook veel rookten en veel alcohol dronken. Nu is koffie hip en trendy. Deze nieuwe groep drinkt misschien ook veel alcohol maar leven verder gezond en roken niet of nauwelijks.”
“Om het effect van koffie te onderzoeken zou je eigenlijk een interventiestudie moeten opzetten waarbij je mensen op een hoge koffie inname zet. Maar hoe doe je dat? Gek genoeg zijn er alleen interventiestudies gedaan in Singapore. Dat is nou net niet een koffieland bij uitstek. Zo’n interventiestudie is nog niet gedaan in een westers land zoals Nederland. Dat is dus een volgende stap.”
KAN JE MISSCHIEN EEN PAAR VOORBEELDEN NOEMEN VAN RECENTE STUDIES DIE OPZIENBAREND ZIJN OF INTERESSANT?
“Een interessante studie is die van het IARC van Marc Gunter en zijn groep. Hier vonden ze voor verschillende vormen van kanker en niet alleen voor kankersterfte, maar ook voor de incidentie, dus nieuwe vormen van kanker, een gunstig effect bij mensen die vier kopjes koffie per dag drinken ten opzichte van de groep die dat niet doet. Het gunstige effect leek niet afkomstig te zijn van de cafeïne. Maar wat dan wel? En wat voor type koffie? Daar konden ze geen antwoord op geven. Maar het was wel opzienbarend. In de pers is er veel aandacht voor geweest.”
WAT WETEN WE NU WEL EN NIET OVER KOFFIEONDERZOEK EN KANKER ?
“Het onderliggende mechanisme dat snappen we eigenlijk nog niet. Of het nu de polyfenolen zijn of andere bepaalde stofjes in de koffie. Of omdat mensen die koffie drinken ook meer drinken überhaupt. Dus sowieso meer vocht binnenkrijgen. Heeft het te maken met de darmcirculatie? Activering van de darm? Of heeft het te maken met een effect op het immuunsysteem, levervet of de microbiota? Er zijn allerlei theorieën maar het fijne weten we er absoluut niet van.”
“Op dit moment is er een vermoeden dat koffie wellicht een effect heeft op de vetverdeling in het lichaam, met name in de buik. En dat koffie met name een effect zou hebben op het vet dat om de lever heen zit (leververvetting). Mensen met overgewicht hebben een hogere kans op leververvetting. Interessant is dat niet iedereen met overgewicht leververvetting heeft. En de vraag is nu wat kan die leververvetting beïnvloeden. Recentelijk hebben we gezien dat voedingsvezel een gunstig effect heeft op het levervet. Hoe meer voedingsvezel hoe minder levervet. Nu is eigenlijk de vraag: heeft koffie ook een effect op het levervet?”
IS HET LASTIG OM EEN ONDERZOEK MET KOFFIE OP TE ZETTEN?
“Er zijn veel ontwikkelingen. Behalve de soort koffie zijn ook de zetsystemen de laatste jaren enorm veranderd. We hebben eigenlijk geen idee of het uitmaakt met welk systeem de koffie wordt gezet. Dan heb je ook de verschillende leeftijden, per generatie drinken mensen andere soorten koffie. En wat mensen erin doen. Suiker, zoetjes, melk of helemaal niks. Gewoon zwarte koffie. Wat dat betreft is het wel een heel trendy product.”
IS ER EEN ONDERZOEK DAT JE HET MEEST VERRAST HEEFT? WAT HAD JE NOOIT GEDACHT?
“Verrast ben ik door de uitkomsten dat koffie beschermt tegen leverkanker en het wellicht het risico op baarmoederkanker verlaagt. In de westerse wereld kwam leverkanker niet zo vaak voor. Het is een kankersoort die in de tropen voorkomt en te maken heeft met een virus. In de westerse wereld is er een andere vorm van leverkanker en die heeft met overgewicht te maken. Baarmoederkanker, dat is ook een soort kanker die sterk met overgewicht te maken heeft. Waarom die twee er zo uit springen en waarbij bijna al het onderzoek laat zien dat koffie een gunstig effect heeft, dat vind ik heel interessant! Dat houdt de gemoederen in kankeronderzoek enorm bezig. En dat niet alleen. Het lijkt ook voor hart- en vaatziekten en diabetes gunstig te zijn. We hebben ook een cohort met mensen die allemaal een myocardinfarct (hartaanval) hebben gehad. En die volgen we ook in de tijd. Hoe revalideren die mensen? Wat moeten deze mensen eten? En ook daar lijkt koffie gunstig te zijn.”
“Wat zou het makkelijk zijn als we in de Richtlijnen Goede Voeding, de Richtlijnen voor Kankerpreventie, voor vaatziekten preventie en diabetes preventie maar ook voor bepaalde patiëntengroepen koffie in de adviezen kunnen opnemen. Iets dat gunstig is en ook nog lekker.”
IS ER NOG IETS DAT JE WILT ZEGGEN?
“Het is niet zo makkelijk om een goede interventiestudie op te zetten. Je vraagt mensen van de straat mee te doen. Tegen de helft van de groep zeg je dat ze meer dan vijf koppen koffie per dag moeten drinken gedurende drie maanden en tegen de andere helft van de groep zeg je, na randomisatie, dat ze geen koffie mogen drinken. Dat houdt niemand vol. De ‘niet-koffiedrinkers’ gaan niet in een keer vijf koppen drinken en de koffiedrinkers gaan de koffie niet in een keer laten staan. Dus dat is al heel ingewikkeld. Daarnaast speelt de soort koffie en het gebruik van suiker een rol.”
“Daar zijn we nu onze hersenen over aan het pijnigen. Hoe kun je het echt goed opzetten en aantonen? Dat soort studies zijn duur. En niet alleen qua financiën. Je hebt te maken met vrijwilligers die in die studies gaan participeren. Dan wil je echt zeker weten dat er iets uit gaat komen. Dat je kan zeggen: heel fijn dat u hieraan mee hebt gewerkt en we hebben dit en dat gezien. En niet we hadden het achteraf beter anders kunnen opzetten. Dus je moet goed weten wat je doet voordat je aan dit soort onderzoek begint.”